
In het verleden is wel eens voorgesteld om de benaming tandarts te vervangen door mondarts. Dat was wat mij betreft geen goed idee omdat daarmee de zorg voor het gebit niet meer zichtbaar zou zijn. Bovendien zou een dergelijke term destijds tot verwarring hebben geleid bij het publiek en ook bij de medische professie voor wat betreft het onderscheid tussen enerzijds een mondarts en anderzijds een kaakchirurg. Deze verwarring is inmiddels nauwelijks meer denkbaar door het gebruik van de term mondziekten-, kaak- en aangezichtschirurg, kortweg MKA-chirurg.
En nog iets: is tand- en mondarts wellicht een ongelukkige, lange benaming? Maar wat dan te denken van keel-, neus- en oorarts of maag-, darm- en leverarts?
Moet nu de aanduiding tandarts overal worden vervangen door tand- en mondarts? Dat lijkt mij niet nodig. Laat bij voorbeeld de aanduiding tandarts-parodontoloog ongemoeid; dat geldt ook voor de tandarts-gnatholoog, de tandarts-implantoloog en de tandarts-endodontoloog. Bij voornoemde benamingen is immers duidelijk om welk specifiek aandachtsgebied het gaat en zou de toevoeging mondarts alleen maar gekunsteld aandoen. Maar is het niet logisch om te spreken van een kindertand- en mondarts? En hoe zit het met mondzorgkundigen en mondhygiënisten? Dan maar consequent aanpassen in tand- en mondzorgkundige, respectievelijk tand- en mondhygiënist? De noodzaak voor een dergelijke aanpassing lijkt