Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Primair occlusaal trauma

Het primaire occlusale trauma wordt veroorzaakt door excessieve en onfysiologische krachten, uitgeoefend op tanden met een gezond en niet ontstoken parodontium. De krachten kunnen vanuit één richting op het parodontium (orthodontische krachten), of in de vorm van wiggelkrachten worden uitgeoefend.

Krachten vanuit één richting (orthodontische krachten)

Krachten vanuit één richting kunnen een kanteling van de tand tot gevolg hebben ( tipping), of de tand een parallelle verplaatsing geven (bodily movement). Onder invloed van die krachten ontstaan compressie en tensie in het parodontale ligament en een verhoogde resorptie. Daardoor stijgt de mobiliteit van de tand, maar er is geen verlies van parodontale aanhechting. Er zijn geen veranderingen in de supracrestale vezels en ook ontstaat er geen grotere sondeerdiepte. De tijdelijk verhoogde tandmobiliteit is dus een functionele aanpassing aan excessieve krachten op de desbetreffende gebitselementen (zoe onderstaand figuur).

 

https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-313-6887-7_13/MediaObjects/978-90-313-6887-7_13_Fig4_HTML.jpghttps://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-313-6887-7_13/MediaObjects/978-90-313-6887-7_13_Fig5_HTML.jpg

 

Bij zeer hoge krachten boven de adaptatiegrens ontstaat aseptische necrose van het parodontale ligament in de drukzone (hyalinisatie). Door de druk worden de osteoclasten in het aangrenzende bot gestimuleerd en wordt de alveolaire botwand geresorbeerd totdat er een nieuwe verbinding ontstaat met het gehyaliniseerde weefsel (ondermijnende resorptie). In de trekzone doet zich hetzelfde beeld voor, met onder andere scheuren van de collageenvezels en botappositie. Na verdwijning van de druk reorganiseert het parodontale ligament zich en herkrijgt het een volledig normale histologische structuur. Tijdens die ombouw kan ook wortelresorptie optreden. In het centrum van het hyaliene weefsel houdt de wortelresorptie ook na beëindiging van de sterke krachten nog aan, een verschijnsel dat we in de orthodontie vaker zien.

 

Wiggelkrachten

Bij wiggelkrachten komen de krachten uit verschillende richtingen, wat resulteert in een veel complexer histologisch beeld. Theoretisch komen dezelfde histologische verschijnselen van hyalinisatie en resorptie voor, maar deze zijn niet duidelijk van elkaar gescheiden: er zijn geen afgetekende trek- en drukzones meer. Klinisch resulteert deze ontwikkeling in appositie en resorptie langs beide kanten, zodat de parodontale ruimte langs beide kanten verbreedt en een zandlopervorm krijgt. In een later stadium verdwijnt die zandlopervorm en is de parodontale ruimte trechtervormig verbreed. Dit leidt tot een verhoogde mobiliteit maar niet tot een grotere sondeerdiepte. Klinisch staat niet vast of dit een vroegere toestand reflecteert of de uiting is van een acuut verlopend proces.

De verhoogde mobiliteit en belasting resulteren klinisch ook in migraties en kantelingen. Het klinisch waarneembare gevolg hiervan is niet alleen afhankelijk van de grootte van de krachten, maar ook van de kroon-wortelverhouding, het oppervlak van het parodontium, de positie in de tandboog en de richting van de lengteas ten opzichte van het occlusievlak, de druk van tong, wang en lippen en de intermaxillaire verhoudingen (bijvoorbeeld klasse 2, diep is ongunstiger). Zo kan in een extreem diepe beet de overbelasting van de frontzone zeer groot zijn en leiden tot resorptie met secundaire ontsteking. Klinisch waarneembare gevolgen hiervan zijn:

  • verhoogde tandmobiliteit in laterolaterale en soms in axiale richting;
  • radiografisch verbrede parodontale ruimte;
  • angulaire crestale verbreding;
  • abfractie aan de tandhals, maar niet per se het ontstaan van gingivale recessies (Harrell & Nunn, 2001, 2004);
  • hypercementose;
  • soms (zelden) necrose van de pulpa;
  • wortelresorptie, die onder invloed van sterke orthodontische krachten wat vaker optreedt.

Tanden met een sterk verhoogde mobiliteit hebben een slechtere prognose en zijn als pijler voor prothetisch werk vaak minder geschikt. Eenvoudige, occlusale therapie die is gericht op de eliminatie van de voortijdige contacten, kan meestal, met voldoende tijd voor herstel, ombouw en genezing, het probleem oplossen of in elk geval aanzienlijk reduceren.

De klinische reactie van het parodontium kan sterk uitgesproken zijn wanneer het parodontium, ook indien niet ontstoken, sterk gereduceerd is. Dit is het geval bij patiënten met geavanceerde maar behandelde parodontitis. Het parodontium is ontstekingvrij, zonder grote sondeerdiepte, maar met een gereduceerde klinische aanhechtingshoogte. Door het sterk verlaagde draaipunt is de mobiliteit gemeten ter hoogte van de kroon veel groter, wat kan leiden tot een voor de patiënt oncomfortabele functionele situatie, een moeilijkere reiniging en problemen bij de insluiting van zulke pijlers bij prothetisch herstel.

 


Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.