Onze vragen waren:
- Welke diagnose zou u stellen op basis van deze gegevens?
- Heeft de diagnose consequenties voor de patiënt?
- Welke overige bevindingen ziet u op de getoonde opnamen?
Onze bevindingen
Vraag 1
Op basis van deze beelden (1a–c) en de gegeven informatie kunt u tot de conclusie komen dat het hier gaat om periapicale cemento-osseuze dysplasie (PCOD). Dit is een goedaardige bindweefselverandering rond de apices van in principe vitale gebitselementen. Andere benamingen waren in het verleden ‘focale cemento-osseuze dysplasie’, ’fibro-osseuze dysplasie’, ‘periapicale cementeuze dysplasie’ en ‘periapicaal cementoom’. Het is dus geen (dentogene) ontsteking en het is ook geen neoplasme.

Afb. 1a

Afb. 1b

Afb. 1c
De afwijking komt 9-maal vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en vaker bij mensen met een donkere huidskleur en Aziaten, en meestal vanaf het 40e levensjaar en ouder. De prevalentie verschilt sterk per populatie. In een Europees-Canadese populatie werd een prevalentie vermeld van 1-3 op de 1000. In groepen mensen met Afrikaanse voorouders is de prevalentie een stuk hoger. Onze patiënte is een vrouw van middelbare leeftijd en heeft een donkere huidskleur, zoals u heeft kunnen zien aan de lichtfoto’s (afbeelding 2a–b). Dat maakt het mogelijk om deze diagnose op basis van de informatie te stellen.

Afb. 2a

Afb. 2b
U heeft hiervoor geen aanvullende informatie nodig. Wel is het interessant om de röntgenstatus verder te bekijken omdat de afwijking mogelijk op meerdere locaties te zien is. PCOD komt vaker