Op tandheelkundige röntgenfoto’s worden soms onverwachte afwijkingen gezien die geen klachten veroorzaken en derhalve eigenlijk als toevalsbevinding moeten worden aangemerkt. Als het om een afwijkend beeld in de directe omgeving van de gebitselementen gaat, zullen tandartsen vermoedelijk meestal wel weten wat er aan de hand is. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn, ligt overleg met een meer deskundige voor de hand; vaak zal dat een MKA-chirurg zijn. Bij het toevalligerwijs aantreffen van een afwijking buiten het directe werkterrein van de tandarts, rijzen er toch wel wat vragen. Ligt het wel op de weg van de tandarts er nader aandacht aan te besteden? Moet de patiënt wel worden geïnformeerd en zorgt dat niet voor onnodige onrust? En, als er toch advies van een meer deskundige wenselijk is, wie moet dat dan zijn? Laten we maar eens een aantal casussen bespreken.
Premium
Casus 1
Bij een 52-jarige man wordt bij toeval op het orthopantomogram een bolvormige ‘schaduw’ aangetroffen in de rechter sinus maxillaris (afbeelding 1). Het is niet denkbeeldig dat u in de praktijk de afwijking over het hoofd zou hebben gezien. En zo u het afwijkende beeld al zou zijn opgevallen, hebt u mogelijk geen idee waar de bevinding op berust. U zou zich kunnen afvragen of het wel nodig is er verder aandacht aan te besteden. Hoewel de kans dat een asymptomatische, bij toeval op een röntgenfoto ontdekte afwijking op iets ernstigs berust vrijwel nihil is, lijkt het toch verstandig advies te vragen aan een meer deskundige. Ook de patiënt zal in deze situatie meestal de voorkeur geven aan nader onderzoek boven het ‘maar zo te laten’. Maar wacht even, kan de tandarts bij beschikbaarheid van een conebeam-CT niet zelf eerst aanvullend onderzoek kunnen doen? Op zichzelf zou dat kunnen, maar van een dergelijk onderzoek mag eigenlijk geen nieuwe informatie worden verwacht. Nee, vraag liever advies aan de MKA-chirurg; meestal zal dit advies per e-mail kunnen worden ingewonnen zonder de patiënt daadwerkelijk naar de
Dit artikel is verschenen in TandartsPraktijk nr. 8, 2018.