Voordat er geschikte endodontische instrumenten beschikbaar kwamen, werd er geprobeerd om met behulp van chemische preparaten elementen met een necrotische kanaalinhoud klachtenvrij te krijgen en te houden. Op de universiteit Utrecht werden de smallere kanalen chemisch behandeld en de wijdere kanalen geïnstrumenteerd. Formo- cresol diende ter desinfectie en de arsenicum in de Euparal was een devitaliserend of looiend middel. De arsenicum werkte wel eens iets te devitaliserend, zeker als de (tijdelijke) vulling lekte. Flink wat kaakbot is ongewild necrotisch geworden. Vanaf plusminus 1900 tot ver in de jaren zeventig van de vorige eeuw waren zilverstiften, soms gecombineerd met gutta percha, het meest gebruikte vulmateriaal. Enige preparatie van het wortelkanaal was noodzakelijk (afbeeldingen 1, 2, en 3). De grootte van de preparatie bepaalde in belangrijke mate het gebruikte materiaal. In de smallere kanalen werd een zilverstiftsectie van 3 millimeter aangebracht.

Afb. 1 en 2 Zilverstiften in deze molaar. Ze hebben toch ongeveer 20 jaar gefunctioneerd.

Afb. 3 Schets van een prep voor gp point of silverpoint