Didi Landman biedt elke donderdag als straattandarts basale mondzorg aan daklozen in Rotterdam, om hen een nieuwe kans te geven in de maatschappij. Maar ze beseft ook dat ze nooit iedereen kan helpen. Daarom zet ze nu een landelijk initiatief op om meer tandartsen te inspireren voor dit bijzondere werk.
Landman zegt te zijn geboren om mensen te helpen die het minder hebben dan zijzelf. ‘Dat is een kwestie van opvoeding en van geloof,’ zegt ze hierover. ‘In Zuid-Afrika, waar ik ben geboren en opgegroeid, is iedereen gelovig. In zo’n arm land hebben mensen hoop nodig. Dat had ik ook, zeker toen mijn hartsvriendin overleed toen we allebei twaalf waren. Elke avond tijdens het bidden zei ik toen op een gegeven moment steeds: “ik ga nu even met haar praten hoor God,” en dan deed ik dat ook. Dat maakte het verdriet minder.’
In Nederland, waar alles goed loopt, is het anders, stelt ze. ‘Ik merk dat ook aan mezelf, want sinds ik in Nederland woon, ben ik niet meer naar de kerk geweest. Maar in mijn jeugd is het geloof me met de paplepel ingegoten. Als kind ging je naar de zondagschool terwijl je ouders naar de kerk gingen. Dat je iets voor een ander over moet hebben, heb ik dus van jongs af aan meegekregen. En mijn ouders waren ook erg sociale mensen. Mijn vader dronk ’s avonds altijd een biertje met de mensen die op zijn boerderij werkten. Hij zag hen gewoon als zijn gelijken.’
GEBOREN OM TE HELPEN
Dat Landman nu als straattandarts mondzorg biedt aan daklozen, ziet ze duidelijk als een logisch gevolg van haar besef dat ze geboren is om mensen te helpen die het minder hebben. Toch was het niet haar eerste studierichting. Haar oma, tandartsassistente, vormde dus niet haar inspiratiebron. ‘Als kind had ik juist een traumatische tandartservaring,’ vertelt ze. ‘In Zuid-Afrika ging je niet voor preventie naar de tandarts, je ging alleen als je pijn had. Mijn moeder wist ook niet dat het nodig was mijn melkgebit te poetsen. Toen dat ontstoken raakte, moest een aantal kiezen worden getrokken. Ze moesten me met zijn vijven in de stoel houden.’
Haar studierichting van eerste voorkeur was psychologie. Maar na een jaar kreeg ze het advies daarmee te stoppen omdat ze de problemen van haar patiënten mee naar huis zou nemen. ‘Ik switchte naar geneeskunde,’ zegt ze. ‘Daarin kies je in Zuid-Afrika na het derde jaar je specialisatie en ik koos voor tandheelkunde. Mijn vriend, die theologie studeerde, vond dat een veel te geëmancipeerd vak voor een aanstaande domineesvrouw. Ik moest maar fysiotherapie gaan doen.’ Haar weigering betekende het einde van de relatie.
Wat bleef, is dat ze de problemen van haar patiënten mee naar huis neemt. ‘Dat doe ik nog steeds bij de daklozen die ik help,’ vertelt ze. ‘Ik behandel ze en zie de daarna in de meeste gevallen nooit meer terug. Ik weet dus nooit waar ze terechtkomen, dat vind ik zo erg. Heel toevallig zag ik recent een voormalige patiënt terug, met wie het nu weer helemaal goed ging. Hij is een succesverhaal, maar zoveel geluk hebben de meeste patiënten niet die ik als straattandarts behandel.’
De basis voor Didi‘s werk als straattandarts werd al in Zuid-Afrika gelegd. Een verplicht
onderdeel van de studie tandheelkunde was het vak gemeenschapskunde. Dit hield in: samen met medestudenten met een busje erop uit trekken om mensen te behandelen die niet naar de tandarts konden, wat in de praktijk vaak neerkwam op het extraheren van kiezen. ‘Ik vond het fantastisch en heel inspirerend om mensen zo te kunnen helpen,’ zegt ze. ‘Je ziet ze krimpen van de pijn en jij hebt het gereedschap om ze daarvan af te helpen. Het is zo mooi om ze daarmee te kunnen helpen.’
TE VEEL TIJD AAN PATIËNTEN
Na haar studietijd bracht de liefde Landman via de omweg Engeland naar Nederland. Ze opende een praktijk in Rotterdam, maar die ging bijna failliet omdat ze veel te veel tijd aan haar patiënten besteedde en te weinig rekende. Wel werd ze lid van het Rotterdams tandartsbestuur en die positie zou haar verdere toekomst bezegelen.
Straattandarts Frank Rooijakkers ging in 2015 met pensioen en benaderde het Rotterdams tandartsbestuur met de vraag of ze iemand wisten die hem kon opvolgen. ‘Ik heb geen moment getwijfeld en zei direct: jullie zoeken mij,’ vertelt ze. ‘Het zat mij al langer dwars dat ik mensen op straat zag die hulp nodig hadden, maar niet kregen. Ik besloot dat ik daar echt iets mee moest, maar ik wist niet hoe. Ik kon mensen immers niet zomaar op straat aanspreken en meenemen. Maar Frans had contacten bij het Centrum voor Dienstverlening, dat de opvang voor daklozen in de stad regelde en via die organisatie lukte het wel.’
Landman zegt dat ze zich op haar gemak voelt bij daklozen omdat ze hun onzekerheid deelt. ‘Dat heeft te maken met taal,’ vertelt ze. ‘Het Zuid-Afrikaans is een soort Nederlands maar is toch anders. Ik gebruik nog steeds wel eens Zuid-Afrikaanse zegswijzen en dat kan me onzeker maken. Daarom zeg ik ook altijd “Met tandarts Landman” als ik iemand moet bellen, omdat ik ervan uitga dat mensen me dan wel serieus nemen. Maar het zit niet in taal alleen. In Zuid-Afrika is het heel gangbaar om aan iedereen te vragen: “Hoe gaat het met je?” In Nederland is dit veel minder het geval, maar daklozen vinden het juist fijn als ik ze die vraag stel. Ook als ik doorvraag hoe het is gekomen dat ze zijn waar ze nu zijn. Daar vertellen ze graag over en dan komen er altijd heel bijzondere verhalen naar boven. Heftige verhalen ook, bijvoorbeeld dat iemand ziek is geworden en dat daarna alles mis is gegaan. Dan denk ik: het kan iedereen overkomen.’
MET BEWAKING
Landman voelt zich op haar gemak als ze zo’n gesprek met de patiënt kan voeren, en het stelt de patiënt ook op zijn gemak. Toch kunnen in een enkel geval onveilige situaties ontstaan, bijvoorbeeld als iemand in een psychose raakt. ‘Ik weet dat ik hun agressie dan niet persoonlijk moet opnemen,’ zegt ze. ‘Het is het ziektebeeld dat zich uit.’ Toch is het goed dat ze daklozen nu niet meer in haar eigen praktijk behandelt, maar in een gemeenschappelijke ruimte van het Erasmus MC, met bewaking.
‘Een enkeling is een succesverhaal, maar zoveel geluk hebben de meeste patiënten die ik als straattandarts behandel niet.’
Donaties zijn voor Landman belangrijk om haar werk voor daklozen te kunnen doen. Toen Dokters van de Wereld in 2019 10.000 euro wilde doneren in ruil voor onderzoek naar hoeveel mensen niet naar de tandarts kunnen vanwege de hoge kosten, stelde straatdokter Igor van Laere haar voor om een stichting op te richten. Dat zou het makkelijker maken om fondsen te werven. Zo ontstond de Stichting Dental Care for Homeless People Foundation.
‘Donaties komen nu vooral na publiciteit over mijn werk,’ vertelt ze. ‘Daarom zeg ik ook altijd ja tegen interviews. En daarom heb ik ook het boek Straattandarts 010. Iedereen een glimlach geschreven. De opbrengst daarvan gaat rechtstreeks naar de stichting. Tot op heden is het potje met donaties nog nooit leeg geweest. Gelukkig, want er zijn zo veel mensen die hulp nodig hebben. De meeste daklozen die ik nu zie, zijn mensen die jonger dan 24 jaar zijn. Veel jonge meiden bijvoorbeeld die door hun partner in de steek zijn gelaten. Ga dan terug naar je ouders, denk je dan. Maar je weet niet wat er speelt. Misschien komen ze wel uit een achtergrond waarin de ouders in een soortgelijke situatie zitten. Ik zou het heel waardevol vinden als de basismondzorg in het basispakket wordt opgerekt van 18 naar 23 of 24 jaar. Niet de volledige mondzorg, dat zou onbetaalbaar zijn. Maar in ieder geval de basale zorg: tanden trekken en vervangen door een plaatje.’
Het is niet Landmans enige wens. Met haar schoonzus, cardioloog Janneke Wittekoek, maakt ze podcasts om het verband tussen mond- en hartgezondheid onder de aandacht te brengen. Daardoor werd ze benaderd door tandheelkundig leverancier Ivoclar met de vraag of die wat voor haar kon doen. ‘We hebben al het Rotterdamse initiatief van de Rotterdamse straattandarts opgezet, waarmee we tandartsen willen inspireren om mondzorg aan daklozen te gaan bieden. Met hulp van Ivoclar willen we dit landelijk trekken. We brengen alle straattandartsen van Nederland bij elkaar om gezamenlijk meer tandartsen te inspireren. In eerste instantie zeggen die vaak dat ze enorm veel respect hebben voor dit werk, maar dat het toch niets voor hen is. Vaak steunen ze het dan wel financieel. Ik snap hen ook wel. Iedereen werkt hard en heeft hoge kosten en je mist toch een dag omzet. Maar ik kan niet alle daklozen van Nederland helpen, er zijn echt meer mensen nodig die dit werk doen. Gelukkig zijn er al collega’s uit Breda en Hoorn die na een bezoek aan mij de stap hebben durven zetten. Het vuurtje in mij om dit met meer collega’s te bereiken, blijft branden in me.’
Didi Landman is een van de sprekers op de
StandBy dag op 1 november. Voor meer informatie
www.standbydag.nl
Het levenswerk van Didi Landman: Iedereen een glimlach
Via de Stichting Dental Care for Homeless People Foundation bracht Didi Landman in het voorjaar het boek Straatarts 010. Iedereen een glimlach uit, waarin ze vertelt over haar levensverhaal en haar werk. Scan de QR-code voor de bestelgegevens. De opbrengst komt geheel ten goede aan de stichting.
Frank van Wijck is als freelancejournalist sinds 1988 gespecialiseerd in gezondheidszorg.
Dit artikel is verschenen in
TandartsPraktijk nr. 7, 2025.