Een mooi voorbeeld is de Fiction trial die werd uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk. Op basis van een 3 jaar durend gerandomiseerd klinisch experiment werd onderzoek gedaan naar de vraag of in het tijdelijke gebit de voorkeur uitgaat naar restauratie of naar niet-restauratieve behandeling. Kinderen van 3-7 jaar met een hoog cariësrisico en met ten minste 1 cariëslaesie werden geselecteerd om behandeld te worden volgens één van de volgende strategieën:
- traditionele cariësbehandeling via complete cariësverwijdering, restauratie en preventie
- sealing in’ van de cariëslaesie via ART of een Hall-kroon en preventie, of
- uitsluitend preventie via voedingsvoorlichting, fluorideapplicaties, slicen, poetsinstructies en het aanbrengen van sealants (P).

Er bleken geen statistisch significante verschillen te bestaan tussen de 3 methoden van cariësbehandeling met betrekking tot de incidentie of het aantal perioden van pijn en/of ontsteking bij deze kinderen. Ook blijkt dat de kosten in de preventiegroep het laagst zijn, maar verder werd geen bewijs gevonden voor een verschil tussen de groepen. De auteurs vinden dat ‘sealing in’ van de cariëslaesie de meeste gezondheidspotentie heeft. Uit het onderzoeksverslag blijkt dat slicen van carieuze melkelementen wel in de preventiegroep werd toegestaan, maar dat de optie van het 5-puntsbehandelconcept NRCT geen deel uitmaakte van het onderzoek, waaronder de optie van toepassing van zilverdiaminefluoride. Vreemd, want dat heeft de potentie om de resultaten in de preventiegroep aanzienlijk te verbeteren. In de discussie werd hierover niets