De belangrijkste oorzaken van de onvervulde mondzorgbehoefte zijn financiële drempels, lange wachttijden en grote reisafstanden naar tandartspraktijken. Achter het Europese gemiddelde gaan echter grote verschillen per lidstaat schuil. In Griekenland is het probleem het grootst: ruim 27 procent van de mensen die tandzorg nodig hadden, kon geen tandarts bezoeken. Ook in Letland (16,5%) en Roemenië (16,2%) is de toegang beperkt, vooral door een combinatie van hoge kosten en structurele tekortkomingen in de organisatie van zorg.
Rond het EU-gemiddelde bevinden zich landen als Italië, Portugal, Hongarije, Polen, Frankrijk, België en Oostenrijk, waar tussen de vijf en acht procent van de bevolking aangeeft geen toegang tot tandheelkundige zorg te hebben. Zelfs in welvarende landen als Finland, Zweden, Ierland en Denemarken kampen mensen in landelijke gebieden of met lage inkomens met drempels.
De beste toegang tot tandzorg wordt gemeten in Duitsland (0,9%), Malta (0,4%) en Kroatië (1,1%). Ook Nederland, Luxemburg, Slovenië en Tsjechië scoren relatief goed, al blijven er ook hier knelpunten voor ouderen, migranten en inwoners van afgelegen regio’s.

