Een adhesiefbrug, ook wel etsbrug genoemd of brug die partieel beslepen is, is een weefselsparend alternatief, zeker als slechts één gebitselement vervangen moet worden. Voordelen van deze bruggen die adhesief gecementeerd moeten worden (zirkoonoxide kan alleen conventioneel gecementeerd worden met glasionomeer als het element volledig omslepen is), zijn niet alleen het micro-invasieve aspect waardoor de kans op pulpaschade klein is, maar ook dat een brug vervaardigd kan worden wanneer de pijlers qua asrichting niet parallel ten opzichte van elkaar staan. Door het micro-invasief prepareren in de pijlers wordt ook het parodontium gespaard, omdat de preparatieranden hier ver vandaan liggen.
Een nadeel van de partieel beslepen adhesiefbrug ten opzichte van de volledig omslepen conventionele brug is dat er aanzienlijk minder macromechanische retentie is. Daardoor zijn deze bruggen voor hun succesvol functioneren meer afhankelijk van micromechanische en chemische hechting. De hechting aan tandweefsel is al geruime tijd niet meer een probleem. De hechting van het cement aan het werkstuk is echter nog niet bewezen duurzaam. Verticale kauwkrachten en horizontale krachten moeten opgevangen kunnen worden.
In 1980 achtten vele tandartsen de etsbruggen minder betrouwbaar dan de conventionele bruggen door de hoge percentages van partieel of geheel hechtingsverlies. Dertig jaar later is gebleken dat het succespercentage gericht op hechting van metalen etsbruggen na 10 jaar gemiddeld 95,2%