Onze vraag was welke elementen daarop (zie ook afbeelding 2) te zien zijn en of u een verklaring voor de ontstane situatie kunt geven.
Afb. 1 Solo-opname
afb. 2 Schematische weergave van afbeelding 1.
De oplossing
Op afbeelding 2 staan letteraanduidingen. Om maar meteen het antwoord te geven: A=73, B=74, C=36, D=33, E=34 F=35 en G=75. Als u dit goed wist te benoemen, dan heeft u veel foto’s bekeken in uw leven, en een beetje geluk gehad, want op basis van alleen deze solo kan het ook anders zijn, waarover later meer.
Op de panorama-opname afbeelding 3 kunt u zien dat F inderdaad de 75 is. Dit element is vroeg in de ontwikkeling ankylotisch geworden en wat betreft het verticale niveau in de kaak blijven zitten. De groei van de processus alveolaris en de eruptie van de andere elementen heeft een hele diepe ligging van de 75 veroorzaakt. De term ‘submerged’ wordt gebruikt voor melkelementen die eerst wel geërupteerd zijn, maar vervolgens blijven steken in verticale ontwikkeling en weer onder het tandvlees verdwijnen. Minder uitgesproken achterblijven (infrapositie) treedt vrij regelmatig op bij melkelementen en komt vaker voor als een melkelement geen opvolger heeft. Of deze 75 ooit geërupteerd is geweest, is niet bekend.
Afb. 3 Panorama-opname
Dat E de 35 is zal menigeen verrassen. Kurol en Thilander hebben onderzoek gepubliceerd over het verloop van de gebitsontwikkeling als er sprake is van infrapositie van een melkmolaar. Meestal treedt er spontane wisseling op, maar in enkele