Maar ze waren ineens verdwenen. De congressen waarmee je de dagelijkse sleur van je praktijk kon doorbreken. Niet meer dat schoolreisjesgevoel in de trein ernaartoe en de borrel achteraf. Weg de kans om aan de statafels oude studiegenoten tegen te komen, en even in de spiegel van de ander te kijken. Een snoevend gesprek te voeren over hoe geweldig je het in je praktijk doet en hoeveel weken je wel niet vol zit.
Auteur: Arthur van Winsen
PremiumAuteur: Arthur van Winsen

En in de pauze de obligate rondgang langs de kramen van de sponsors om een congresdeal te sluiten: bij afname van zoveel verpakkingen de zoveelste gratis, terwijl je weet dat een aantal aankopen de expiratiedatum niet zal overleven. Maar het gaat om het gevoel, een koopjesjager wil niet zonder prooi thuiskomen.
Na afloop verliet je de donkere zaal met knipperende ogen alsof je de bioscoop uitkwam na een spannende film. Dan wist je je geen raad met de goodiebag vol reclamedrukwerk, de zoveelste pen en de onbeschreven blocnotes. Voordat je de terugreis aanvaardde moest je de hele meuk kwijt zien te raken in de poubelle, anders zat je er nog weken mee opgescheept. Of je na het congres veel wijzer was is de vraag; in ieder geval was je zes uur ouder geworden, maar je had je punten op zak.
Het mooie van het congres was dat je nieuwe contacten kon opdoen. Het was bij uitstek de gelegenheid om op het relationele vlak de bakens eens te verzetten. Dat kan natuurlijk ook op andere plekken, maar onder het mom van kennisverwerving wordt nergens meer naar gevraagd.
Dat loopt niet altijd goed af. Zo ken ik een geval waarbij een congresganger door zijn vrouw werd opgehaald van de luchthaven. Zij wilde hem eens verrassen. Toen ze hem schouder aan schouder uit het vliegtuig zag komen met een frisse jonge collega, maakte ze dat ze weg kwam. De zaak werd thuis beslecht.
Maar wat kan mij overkomen? Ik leun zorgeloos achterover
Dit artikel is verschenen in TandartsPraktijk nr. 7, 2020.