Antwoord
Het probleem is dat de thyreoïditis van Hashimoto een auto-immuunziekte is die nog al eens met andere autoimmuunprocessen samen gaat (o.a. ziekte van Sjögren, met invloed op de hoeveelheid en de kwaliteit van het speeksel). Daarbij vermindert tijdens het ontstekingsproces de functie van de schildklier, zodat een hypothyreoïdie persisteert met invloed op alle lichaamsfuncties.
Bij het ontstaan van een verminderde functie van de schildklier daalt de speekselproductie in die mate dat de mondgezondheid kan verslechteren. Dit treedt op ook als er geen sprake is van een tweede immuunstoornis, zoals de ziekte van Sjögren.
Ik heb slechts één artikel gevonden waarbij de invloed op speeksel is onderzocht bij patiënten die alleen de ziekte van Hashimoto hadden.1 40 patiënten (vrouwen) met de ziekte van Hashimoto maar met een normale functie door behandeling met schildklierhormoon, waren betrokken bij het volgende onderzoek. Schildklierhormoon op zichzelf heeft geen invloed op de speekselsecretie. Het onderzoek met speeksel verzameld tussen 8 en 10 uur ‘s morgens, twee uur na voedsel- of andere intake, liet een significant lagere opbrengst van de ongestimuleerde speekselvloed bij patiënten met de ziekte van Hashimoto zien ten opzichte van een gematchte controlegroep, waarbij een uitgebreid scala van exclusiecriteria werd gehanteerd (ziekte van Sjögren, menopauze). Gestimuleerd was de opbrengst niet significant lager.2 De directe invloed van het schildklierhormoon op exogene klieren zou hier aan