Ons verhaal over de slagtanden van de olifant begint met de neushoorn (ook wel rinoceros) in Zuid-Afrika. Daar worden jaarlijks de hoorns van ruim duizend neushoorns afgezaagd. En hier komt een (schijnbare) ironie: voor een flink deel wordt dit niet door stropers maar door natuurbeschermers gedaan. De bedoeling is om de neushoornsoorten van uitsterven te redden.
Als de hoorns van een neushoorn door een natuurbeschermer worden verwijderd, wordt het dier niet doodgeschoten (zoals de stropers dat doen), maar verdoofd. Een dierenarts vliegt in een helikopter boven de neushoorn en schiet met een speciaal geweer een flink spuitje met een potent mengsel van verdovingsmiddelen in de huid van het dier. De helikopter landt. De neushoorn ligt nu bewegingsloos op de grond. Maar hij is nog en blijft bij kennis. Volledige narcose is hier niet nodig. De dierenarts en zijn assistent doen een blinddoek om zijn kop en watten in zijn oren om stress te voorkomen. Met een kettingzaag wordt zo’n negentig procent van elk van de twee hoorns (voor en achter) verwijderd. De ingreep is pijnloos en bloedeloos want de hoorns zijn massief (van keratine) en bevatten, evenals onze haren en nagels, geen zenuwen of bloedvaten. Als de hoornloze neushoorn weer bijkomt, kan hij