De basis is en blijft het stimuleren van adequaat mondgedrag. Hiermee wordt SDF ingekaderd in een etiologisch concept (kindgericht). Als zodanig is SDF een potentieel onderdeel van NRC (zie NTvT, januari 2018 en ‘Kindvriendelijke mondzorg’, Accredidact, 2018). Daarnaast kan SDF worden toegepast ter preventie van secundaire cariës. Daarom bevreemdt ons dat in het artikel tot tweemaal toe geschreven wordt: ‘In het licht van minimaal invasieve interventies, zoals NRC (niet-restauratieve caviteitsbehandeling), ART (atraumatic restorative treatment) en de Hall-techniek (RVS-kronen) ten opzichte van de conventionele restauratieve behandeling (…) kan het gebruik van SDF worden gezien als een alternatief bij het cariësmanagement.’ Dat degradeert behandeling met SDF tot een trucje (kiesgericht). Daardoor ontstaat verwarring.
Cariësmanagement kan door een causale (kindgerichte) behandeling of door een symptomatische (kiesgerichte) behandeling of door een combinatie van beide plaatsvinden. Causale behandeling betreft in eerste instantie NOCTP en als dat niet toereikend is, wordt het aanbrengen van een sealant (symptoombehandeling) geïndiceerd. Bij het ontstaan van caviteiten gaat de voorkeur uit naar NRC en als dat niet toereikend is, wordt de minst belastende symptoombestrijding (Hall, ART) geïndiceerd. Zo kan bij diepe actieve cariëslaesies soms een combinatie van SDF en ART of Hall nodig zijn. Bij het plaatsen van een restauratie in aparte zitting treedt geen of minder verkleuring op door een maskerend effect.
Het belangrijkste kenmerk van de omslag in de mondzorg voor kinderen is dat prioriteit wordt verleend aan causale behandeling. Alleen causale behandeling beoogt duurzame gezondheidswinst en daar kan in de geest