Pijnklachten in en rond de mond komen veelvuldig voor. Mondzorgverleners zullen dan ook regelmatig pijn medicamenteus behandelen. Het voorschrijven van pijnstillers of het adviseren over het gebruik van pijnmedicatie moet derhalve goed en verantwoord gebeuren. Als eenvoudig analgeticum zijn paracetamol en ibuprofen een goede eerste keus. Doorgaans kunnen met deze eenvoudig middelen pijnklachten in de mond adequaat bestreden worden. De bijwerkingen zijn beperkt en het aantal contra-indicaties en interacties met andere medicijnen is te overzien.
Bij pijnklachten in de mond zal in eerste instantie paracetamol of een NSAID (non-steroidal anti-inflammatory drug) als pijnstiller moeten worden overwogen. Paracetamol is een acetanilidederivaat met een pijnstillend en een koortswerend (antipyretisch) effect. In tegenstelling tot NSAID’s heeft het geen ontstekingsremmende werking. Het precieze werkingsmechanisme van paracetamol is nog niet opgehelderd. Het is een veilige pijnstiller, maar heeft een relatief smal therapeutisch raam. Dat wil zeggen dat er makkelijk te hoog gedoseerd kan worden.
Dosering paracetamol
Volwassenen mogen 500–1000 mg paracetamol per keer nemen. Zo nodig mag dat elke 4 of 6 uur herhaald worden. De maximale dosering paracetamol voor volwassenen is 4 gram per dag. Bij chronisch gebruik is dat maximaal 2,5 gram per dag. Bij een lichaamsgewicht onder 50 kg, chronisch alcoholgebruik, chronische ondervoeding, dehydratie, milde tot matige leverinsufficiëntie of het syndroom van Gilbert mag de patiënt maximaal 60 mg/kg/dag krijgen.
Voor kinderen geldt een lagere dosering. Volgens het Kinderformularium van het Nederlands Kenniscentrum Farmacotherapie bij Kinderen (NKFK) mag maximaal 10 tot 15 mg/kg lichaamsgewicht per keer worden gegeven, zo nodig tot maximaal 4-maal daags, met een maximum van 500 mg