Over de invloeden van omgevingsfactoren op het ontwikkelen en in stand houden van een malocclusie bestaan steeds meer onderzoeken. Toch staat nog niet vast in welke mate deze omgevingsfactoren een rol spelen.
Bij het analyseren van een casus kan je nooit met zekerheid vaststellen wat precies de oorzaak is van de ontstane afwijking. Sommige oorzaken, zoals de vorm en groei van de kaak, zijn genetisch van aard, maar omgevingsfactoren spelen ook een belangrijke rol. Voorbeelden daarvan zijn slikken met tongpersen, duimzuigen en afwijkend mondgedrag, zoals veel op pennen bijten. Dergelijk mondgedrag zorgt ervoor dat het evenwicht tussen de groei van de kaak en de spierkracht die uitgeoefend wordt op de botstructuur verstoord raakt. Dit leidt vaak tot een onjuiste gezichtsontwikkeling en orthodontische problemen.
Omdat mijn visie ‘het behandelen en creëren van functionele gebitten in harmonische gezichten’ is, pas ik in veel situaties een multidisciplinaire aanpak toe. Dit houdt in dat ik verwijs naar de logopedist of dat ik een myofunctioneel behandelplan opstel. Zo’n plan heeft ten doel een correcte functie van de orofaciale musculatuur te ontwikkelen, bijvoorbeeld met behulp van een myofunctionele trainer. Door de tong in de juiste positie in de bovenkaak te trainen en de lippen gesloten te houden, leer je een goed slikpatroon en ontwikkel je een neusademhaling. Het resultaat is dat de bovenkaak functioneel groeit en verbreedt, hetgeen de stabiliteit van de orthodontische behandeling bevordert.
Reflecties
De relatie tussen afwijkend mondgedrag en malocclusies kan je op een heldere manier duidelijk