Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Kleding in de tandartspraktijk

In de gezondheidszorg is het gebruikelijk dat er herkenbare beroepskleding wordt gedragen tijdens werkzaamheden waarbij patiënten of patiëntmateriaal betrokken is. De beroepskleding (inclusief apart schoeisel) is in eerste instantie ingevoerd vanuit hygiënisch oogpunt en mag alleen in de werkomgeving gedragen worden. Zo voorkom je de overdracht van micro-organismen uit de praktijk naar je privékleding of privé-omgeving. Omgekeerd kunnen patiënten zo ook niet in aanraking komen met micro-organismen die in jouw huiselijke omgeving aanwezig zijn. Stel dat er bij jou in huis een besmettelijke ziekte zoals buikgriep rondgaat, dan is je privékleding niet meer veilig voor patiëntencontact.
https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-368-2695-2_2/MediaObjects/978-90-368-2695-2_2_Fig3_HTML.jpg

Beroepskleding moet aan de Richtlijn voldoen

Eisen aan beroepskleding

Het is ook verplicht om een naambordje te dragen met daarop niet alleen je naam, maar ook je functie. Zo is altijd duidelijk voor patiënten welke behandelaar de zorg verleent. Omdat het niet alleen gaat om herkenbaarheid, maar ook om hygiëne, worden er in de Richtlijn verschillende eisen gesteld aan beroepskleding:
  • Beroepskleding bestaat uit een jasje, een lange broek en aparte werkschoenen (eventueel een middellange broekrok voor het geval er geen broek gedragen kan worden). Ook hoofdbedekking zoals een hoofddoek of mutsje wordt tot de werkkleding gerekend.
  • Het jasje moet korte mouwen hebben zodat de drager de handen en onderarmen kan wassen. Bovendien kan er dan geen smeercontaminatie door besmette manchetten optreden.
  • Lichtgekleurde of witte kleding is de norm. Hierop is vuil (bijvoorbeeld bloed) namelijk goed te zien en weet je dus wanneer er contaminatiegevaar bestaat. Daarnaast wekt lichte kleding een schone indruk; donkere kleuren worden minder snel als schoon en hygiënisch gezien.
  • De kleding moet op 60°C gewassen worden om de meest gangbare micro-organismen te doden.
  • Elke dag begint met een schone set kleding. Na elke werkdag (ook een halve werkdag bij parttimers) gaat de kleding dus in de wasmand. Zo hangt er nooit gedragen werkkleding tussen privékleding.
  • De kleding ruikt fris, is gestreken en ziet er representatief uit. Gekreukelde kleding wordt sneller als onhygiënisch gezien.
  • Wanneer tijdens het werk zichtbare vervuiling ontstaat, moet de kleding direct vervangen worden. Iedere medewerker moet dus in de praktijk over een reserveset beschikken.
  • Schoenen die tijdens het werk gedragen worden, moeten gesloten zijn aan de bovenzijde om verwondingen door vallend instrumentarium te voorkomen.
  • De werkschoenen moeten net als de kleding licht van kleur zijn en ook moet het oppervlak glad zijn en goed schoon te maken zijn. Stoffen schoenen zoals gympen en schoenen met veters of van suède zijn dus ongeschikt als praktijkschoenen.
  • In de kleedruimte worden de schoenen op of bij de grond geplaatst, bij voorkeur op een schoenenrek. Ze mogen niet in of op kledingkastjes geplaatst worden omdat daarmee vuil van de vloer naar boven wordt verplaatst.

Voorbeeld

Behalve de eisen uit de Richtlijn kunnen er per praktijk aanvullende regels gelden. Zo geldt in sommige praktijken per weekdag een bepaalde kleur zodat het duidelijk is dat er schone kleding is gebruikt voor die dag. Het kan bedrijfszeker en economisch zijn om alle werkkleding centraal te (laten) wassen in plaats van dat de medewerkers er zelf verantwoordelijk voor zijn. Dit geldt zeker bij de grotere mondzorgpraktijken. Centrale bewassing voorkomt dat er in de thuissituatie alleen voor de praktijkwas op 60°C een was gedraaid moet worden, wellicht ook nog met een halflege wasmachine, dat het wassen vergeten wordt of dat de kleding niet op tijd niet droog is.
Daarnaast is er minder kleding nodig omdat er vaak meerdere personen met dezelfde maat in een praktijk werkzaam zijn. Deze kunnen van dezelfde stapel kleding gebruikmaken, terwijl er anders voor elke persoon voor elke dag een set aangeschaft moet worden plus een reserveset. Aan het eind van de werkweek heeft elke werknemer dan het volledige aantal sets thuis in de was terwijl bij centrale bewassing er al veel eerder gewassen zal zijn. Er is dan dus eerder schone kleding voorhanden met minder sets.



Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.