Allard, 12 jaar, meldt zich in de praktijk omdat zijn tandarts niet zeker weet of een orthodontische behandeling is geïndiceerd. Hij is tevreden met de esthetiek en ondervindt geen hinder bij bijten en kauwen. Zijn ouders en hij vragen zich af waarom zij eigenlijk zijn verwezen naar de orthodontist.
Bij nader onderzoek constateer ik een Angle klasse I-afwijking met 3 mm overjet en een diepe beet waarbij de bovenincisieven de onderincisieven volledig bedekken. De wisseling is voltooid. Er is steilstand van het onder- en bovenfront met lichte crowding van het onderfront. Het onderfront staat in suprapositie ten opzichte van de zijdelingse delen. De curve van Spee is verdiept. De onderincisieven raken de papilla incisiva zonder dat dit momenteel tot palatumtrauma leidt. De onderste gelaatshoogte is laag, wat zich uit in een verdiepte plica mentalis met een relatief vooruitstekende kin. Het profiel is dished in met retrognatie van zowel de maxilla als de mandibula. De zichtbaarheid van het bovenfront is in rust en bij lachen normaal. De hoogte van het stomion is op de helft van de klinische kroon van de centrale bovenincisieven. Allard is nog niet begonnen aan zijn puberteitsgroeispurt.
Behandelplanning
Het probleem van de dekbeet is in dit geval een combinatie van een dentaal en een skeletaal probleem. De dentale diepe