Tom, 11 jaar, meldt zich in de praktijk omdat zijn tandarts hem heeft verwezen. Sommige van zijn boventanden steken naar zijn gevoel iets naar voren, maar hij ondervindt geen hinder bij bijten en kauwen. Zijn ouders en hij willen graag een mooi, recht gebit. Bij nader onderzoek constateer ik een Angle klasse II afwijking met 5 mm overjet en een palatumbeet. De occlusie is links ¾ pb disto en rechts 1 pb disto. De mediaanlijn wijkt onder iets naar rechts ten opzichte van boven. De wisseling bevindt zich in het einde van de tweede wisselfase. Het bovenfront staat vrij steil met lichte eversie van de 12 en 22. De blijvende cuspidaten hebben ruimtegebrek. Het onderfront staat in suprapositie ten opzichte van de rest van het ondergebit waardoor een diepe curve van Spee aanwezig is. Op het OPT is te zien dat alle derde molaren zijn aangelegd. Uit de cefalometrische analyse van de schedelprofielfoto blijkt dat het onderfront in eversie staat ten opzichte van de kaakbasis en dat de onderkaak retrognaat is ten opzichte van de bovenkaak.
Behandelplanning
Het probleem bij Tom ligt op meerdere vlakken. Hiernaar moet bij het plannen van de behandeling eerst elk afzonderlijk moeten worden gekeken om vervolgens een logisch stap voor stap behandelplan te kunnen maken. De problemen zijn