Een 62-jarige patiënte meldt zich bij de implantoloog op verwijzing van haar tandarts voor behandeling van de locatie 15. Het element is in het verleden endodon- tisch behandeld en later voorzien van een kroon (metaal- porselein). Twee maanden eerder waren de kroon en opbouw gefractureerd en volgens haar tandarts was een nieuwe kroon niet meer mogelijk omdat hiervoor te weinig houvast was. De opties voor een vaste voorziening, namelijk een 3-delige brug 16-x-14 of een implantaat ter plaatse van de 15, zijn besproken. Omdat in beide potentiële pijlerelementen een 2-vlaks- restauratie aanwezig was, werd de biologische prijs van twee kroonpreparaties te hoog bevonden en ging de voorkeur van de eigen tandarts én de patiënt uit naar een implantaat. Om de gehele behandeling bij één behandelaar te houden luidde de verwijzing: ‘Consult c.q. behandeling implantaat en supra- structuur 15, radix relicta nog in situ.’
Bij het klinische onderzoek bekijkt de implantoloog als eerste de volgende essentiële parameters:
- Algemene gezondheid en medicatiegebruik.
- Parodontale situatie middels een DPSI-score en mondhygiene van de patiënt.
- Aanwezige dentale pathologie.
- Restaureerbaarheid van de afwezige klinische kroon (inclinatie van de buurelementen, dan wel uitgroei van de antagonisten).
De patiënte in deze casus is gezond (geen medicatie, ASA- score I), DPSI-score 2, heeft geen andere dentale pathologieën