‘Leren’ doen zeer jonge kinderen alleen al door te kijken en te zien wat het gevolg is van hun handelen. Wanneer ze iets doen wat een positief effect heeft (het is leuk, het geeft een fijn gevoel, het kind krijgt een complimentje) is het zeer waarschijnlijk dat het kind het gedrag zal herhalen. Hoe vaker dat gebeurt, hoe vaker het gedrag zich zal herhalen. Maar pas op: ook het doorbreken van het gedrag van een ander kan door een bepaalde reactie een bekrachtiging voor een kind zijn. Het overkomt ons als tandarts allemaal: een kind dat niet wil. We behandelen met affiniteit en geduld, maar desondanks gooit het kind alles in de strijd: het huilt, het beweegt, het houdt de mond dicht of het duwt zelfs de handen van de behandelraar weg waardoor we de behandeling moeten stoppen. Het kind wordt een gevaar voor zichzelf en de zorgverlener. Zeer waarschijnlijk zal het kind bij de volgende behandeling hetzelfde gedrag vertonen, of sterker: nog voordat de tandarts ook maar iets heeft gedaan begint het kind al met gedrag dat tandheelkundige zorg onmogelijk maakt. Hoe kan je gedrag voor een betere mondgezondheid, samenwerking en doorzettingsvermogen versterken, maar ook voorkomen dat storend gedrag van kinderen in de stoel ongewild versterkt wordt?
Gewenst gedrag versterken kan je op verschillende manieren doen: sociaal, materieel of vanuit een activiteit