

Het betreft een tissue level Straumann-implantaat. De fenestratie met pusafvloed bevindt zich onder abutmentniveau. Na afzuigen van de pus zien we onder de gingiva een structuur die bewogen kan worden en gelig van kleur is. Gedacht wordt aan een botsekwester of een cementrest. Doordat de gingivale weefsels zeer dun zijn, wat goed te zien is op de occlusale opname, is het uitvoeren van een flapoperatie niet wenselijk gezien het grote risico op recessie (afbeelding 3).

We besluiten de superstructuur te verwijderen. Volgens de patiënte gaat het om een kroon die met tijdelijk cement op een abutment is vastgezet. Na verwijdering van de kroon blijkt er sprake te zijn van een titanium insert als abutment waaroverheen een kroon is vervaardigd. Door het gebruik van deze insert ligt de kroonrand diepsubgingivaal. De fenestratie ligt duidelijk nog dieper (afbeelding 4).

Na losschroeven van het abutment is een kraag van cement te zien (afbeelding 5–6). Intraoraal blijkt aan de buccale zijde van het implantaat nog een cementrest aanwezig die we verwijderen (afbeelding 7–9). Vervolgens reinigen we de kop van het implantaat met de airflow (afbeelding 10). Bij nadere inspectie blijkt dit een buccaal nóg dieper gelegen cementfragment losgemaakt te hebben (afbeelding 11–14).










Nadat verder geen cementresten meer aangetroffen zijn voorzien we de kroon van een schroefopening. Ook de insert moet worden uitgeboord om een verschroefde voorziening mogelijk te maken (afbeelding 15)