
1 Wat was de aanleiding voor uw onderzoek?
Er waren verschillende redenen die mij prikkelden om dit promotieonderzoek te doen. Om te beginnen is bruxisme een fenomeen dat zeer regelmatig wordt gezien in de (orofaciaal) fysiotherapeutische praktijk. Binnen het wetenschappelijk onderzoek wordt vanuit het fysiotherapeutisch domein echter nagenoeg geen aandacht besteed aan tandenknarsen. Daarnaast is het voor mij meer dan logisch om dit fenomeen vanuit een fysiotherapeutisch perspectief te benaderen als wij kijken naar de huidige definitie van bruxisme: een herhaaldelijke kauwspieractiviteit. De fysiotherapeut werkt tenslotte – simpel gezegd – met spieren en gewrichten en de orofaciaal fysiotherapeut met kauwspieren en kaakgewrichten. Mijn promotieonderzoek begon dan ook met het onderzoek naar het effect van een veelgebruikte behandelmethode: het rekken van spieren door fysiotherapeuten.
De prominente rol van een fysiotherapeut binnen het behandelbeleid van bruxisme komt ook terug in het in 2015 geïntroduceerde ‘multiple-P’ beleid: Pep-talk (uitleg en advies), Physiotherapy, Psychology, Plates (splints) en Pills (medicatie). Daarnaast werd de waarde van de (directe) samenwerking tussen tandarts(-specialist) en fysiotherapeut(-specialist) mij meer en meer duidelijk tijdens de wekelijkse kliniekdagen op het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het Radboudumc tijdens mijn opleiding Gnathologie.
2 Wat heeft u precies onderzocht?
Mijn proefschrift bestaat uit een vijftal studies. De eerste is een Delphi-studie waarin de wetenschappelijke literatuur is vergeleken met de dagelijkse praktijk van de tandarts-gnatholoog en de orofaciaal fysiotherapeut ten aanzien van de diagnostiek en behandeling van bruxisme. De volgende twee studies zijn een literatuurstudie en een gecontroleerde interventiestudie