Tanderosie, het verschijnsel waarbij hard tandweefsel oplost door zuren zonder tussenkomst van bacteriën, zien we regelmatig bij zo’n 30% van onze patiënten. Zuren uit voedingsmiddelen en dranken kunnen bijdragen aan de demineralisatie van glazuur. Energydrinks en sportdranken vormen een aparte groep. Het risico op het ontstaan van tanderosie wordt bepaald door de frequentie, de duur, het moment en de wijze van consumptie. Voedingsmiddelen met extra calcium en fosfaat zijn niet tot nauwelijks erosief. Tanderosie treedt vrij wel nooit alleen op. Meestal is er ook sprake van attritie en abrasie. Praktisch is de waarde waarbij het glazuur oplost gesteld op pH ≤ 5,5 en voor dentine op pH ≤ 6,4. De buffercapaciteit van een drank geeft aan hoeveel natronloog er moet worden toegevoegd om zuur te neutraliseren tot een waarde pH≥ 7. Hoe groter de buffercapaciteit, hoe groter de kans op tanderosie bij de aanwezigheid van voedingsmiddelen in de mond.
Tanderosie kan zowel bij volwassenen als kinderen voorkomen (afbeelding 1 en 2). Glazuur in het blijvend gebit lost anderhalf keer langzamer op dan het glazuur van het melkgeoubit. Het glazuur is harder en daardoor minder gevoelig voor zuren. Als erosie in een melkgebit zichtbaar is, zijn er risicofactoren aanwezig (geweest) waardoor de kans op tanderosie in de blijvende dentitie mogelijk is. Zorgverleners dienen hier alert op te zijn. Specifieke patronen van tanderosie