We zijn zuinig op het tandweefsel en nieuwe materialen geven ons de mogelijkheid onze natuurlijke dentitie lang te behouden. Duurzame tandheelkunde stopt echter niet in de mond.
Onlangs hadden wij in de praktijk een discussie over de grote hoeveelheid ‘disposables’ die aan het einde van iedere werkdag in de afvalcontainer verdwijnt. Zakken vol alcoholtissues, bekertjes, servetten en ander afval. De WIP-richtlijnen schrijven ons voor zo schoon mogelijk te werken en dat resulteert onder andere in volle vuilniszakken.
Dat we onze handschoenen na een keer gebruik weggooien behoeft geen discussie, maar hoe zit het de afzuigbuizen en bekertjes om te spoelen? En scheidt u uw afval in de praktijk? Natuurlijk moet infectiepreventie voor tandarts en patiënt vooropstaan, maar zijn de WIP-richtlijnen destijds ook opgezet met in het achterhoofd de belasting van het milieu? We weten intussen steeds meer over deze druk op het milieu en de overheid past haar beleid daar ook op aan.
Nieuwe ontwikkelingen in ons vak moeten we dan ook vanuit dat oogpunt kritisch bekijken. Wist u dat voor de populaire ‘aligner-behandelingen’ wel 40 geprinte gebitsmodellen met 40 dieptrekplaatjes nodig zijn en dat dit allemaal bij het afval terechtkomt? Misschien toch eens kijken of deze niet opnieuw als grondstof te gebruiken is?
Zo kunt u ook een bijdrage leveren. Kijk eens kritisch naar de afvalstroom in uw praktijk. Kan het met minder? Kunt u meer scheiden?
U kunt uw idee of tip over ‘duurzame praktijkvoering’ sturen naar de redactie van TP (redactie-tp@planet.nl),