Als postcanien een element ontbreekt, kan uitgroei van de antagonist optreden. Als dan bij het prothetisch willen sluiten van het diasteem het uitgegroeide element de occlusie en/of articulatie stoort, zal een keuze gemaakt moeten worden om de curve te herstellen. Meestal wordt op het gipsmodel het uitgegroeide element door de tandtechnicus geradeerd en daarna in de mond door de behandelaar. In het geval van onderstaande casus werden de betreffende elementen niet verlaagd, maar werden de dummy’s in de gewenste ‘supra’positie gelaten, omdat verwacht werd dat de curve zich door uitgroei van de buurelementen en intrusie van de storende antagonist zou herstellen.
Een 17-jarige vrouw wordt verwezen voor het maken van een etsbrug van keramiek ter plaatse van de 14 en 24. De elementen ontbreken niet, maar bij orthodontisch ‘hengelen’ van de geretineerde cuspidaten zijn de 14 en 24 uit voorzorg gedistaliseerd om wortelresorptie van deze elementen te voorkomen. Nadat de 13 en 23 eenmaal in de boog stonden bleef echter aan beide zijden een diasteem over ter grootte van een premolaar. De verwijzer geeft aan dat de intentie is om te zijner tijd implantaten te plaatsen, maar dat de patiënte daar nu nog te jong voor is. Zij wil echter tot die tijd een oplossing voor de diastemen distaal van 13 en 23. (Afbeelding1–3) Op de solo-opname is echter te zien dat de apices van 13 en 14 en 23 en 24 naar elkaar toe gekipt staan en dat bij plaatsing van implantaten de apices zeer waarschijnlijk beschadigd zullen worden.
Afb. 1 Occlusaal aanzicht waarop te zien is dat er na orthodontische behandeling ruimte is voor premolaren tussen 13 en 14 en 23 en 24.
Afb. 2a-b Diasteem 13-14 en 23-24 met uitgroei van 34 en 44 in diasteem. Er is geen ruimte voor een brugdeel en ook te weinig ruimte voor een adhesiefbrug van lithiumdisilicaat, omdat er te weinig massa