Mondbeschermers zijn niet meer weg te denken in sport. Letsels van de gebitselementen, de kaken en de weke delen en ook de vervelende gevolgen kunnen met mondbeschermers worden voorkomen. Erik Reukers bespreekt de voor- en nadelen van de verschillende soorten.
Premium
In meerdere publicaties is reeds het nut van het dragen van een mondbeschermer belicht. De meeste tandartsen zijn overtuigd van het nut van het dragen van een mondbeschermer. Dat de mondbeschermer te weinig wordt gedragen, heeft te maken met het ontbreken van voldoende aandacht hiervoor in de Nederlandse opleiding tot tandarts. Bolhuis stelde in zijn proefschrift over mondbeschermers dat het hebben van een mondbeschermer niet automatisch inhoudt dat de bezitter ervan deze ook daadwerkelijk in de mond draagt. Het draagcomfort lijkt de doorslaggevende factor te zijn dat bepaalt of de mondbeschermer tijdens het sporten in de mond of in de broekzak wordt gedragen.
Idealiter zal een goed passende mondbeschermer voldoende bescherming geven tegen de gevaren van de sport die wordt beoefend, een hoog draagcomfort hebben en verder elastisch, scheurbestendig, reukloos, smaakloos, goedkoop en gemakkelijk te maken zijn. Bovendien moeten spraak en ademhaling niet worden gehinderd. Het materiaal mag geen aanleiding geven tot gezondheidsklachten door allergie of irritatie. Momenteel kunnen grofweg drie typen mondbeschermers worden onderscheiden: de ‘prefab’ mondbeschermer, de ‘boil and bite’ mondbeschermer en de individueel vervaardigde mondbeschermer.
Prefab mondbeschermers worden in verschillende merken en in verschillende modellen en maten verkocht. Ze zijn vervaardigd van kunststof en zijn zodanig gemaakt dat ze direct uit de verpakking zo in de mond kunnen worden gedragen. Ze zijn meestal (te) groot en hebben nauwelijks retentie.
Omdat er maar één maat wordt gemaakt, is het draagcomfort van prefab-mondbeschermers laag. De enige manier om ze
Premium
Wilt u dit artikel lezen?
Al abonnee? Log dan in
Dit artikel is verschenen in
TandartsPraktijk nr. 4, 2022.