Sem, 12 jaar, meldt zich in de praktijk omdat zijn tanden scheef staan. Zijn boventanden steken naar zijn gevoel naar voren en hij krijgt zijn lippen slechts met moeite gesloten. Hij is niet tevreden met de esthetiek, maar ondervindt geen hinder bij bijten en kauwen. Zijn ouders en hij willen graag een mooi regelmatig gebit.
Bij nader onderzoek constateer ik een Angle klasse II/1 afwijking met 7 mm overjet en 2 mm overbite. Links en rechts is sprake van ¾ premolaarbreedte disto-occlusie. Skeletaal bestaat een neutrorelatie van de onder- en bovenkaak ten opzichte van elkaar. De wisseling is bijna voltooid, de 55 en 65 moeten nog wisselen. Het onder- en bovenfront staan in eversie met lichte crowding van het onderfront en uitgesproken crowding met rotaties van het bovenfront. De curve van Spee is vlak. Het profiel is convex met licht protrusieve lippen en een terugliggende kin. De lipsluiting is licht geforceerd. De zichtbaarheid van het bovenfront is in rust en bij lachen normaal. Sem is nog niet begonnen aan zijn puberteitsgroeispurt. In verband met zijn hobby, hockey, wil Sem tijdens de beugelbehandeling verzekerd zijn van goede gebitsbescherming.
Behandelplanning
Het probleem van de Angle Klasse II/1 is in dit geval een dentaal probleem. Skeletaal is sprake van een normale kaakrelatie waarbij de kin wel