Corné de Bruijn voorzag naar eigen zeggen als een van de eersten de trend in de tandheelkunde dat eenmanspraktijken ruimte zouden gaan maken voor ketens waarin alle aspecten van de mondzorg werden aangeboden en waarin de zakelijke leiding werd gecentraliseerd. ‘Ik was daarom zelf snel met die ketenzorg’, zegt hij. ‘Ik was aanvankelijk een door efficiency gedreven tandarts: meerdere stoelen, grote praktijken.’ Maar in 2008 verkocht hij die praktijken wel omdat hij zich volledig wilde gaan toeleggen op de tandheelkundige zorg voor ouderen.
Het was Adrie de Laat, manager van woonzorgcentrum De Riethorst in Geertruidenberg en ook patiënt in De Bruijn’s eigen praktijk, die hem hiertoe een paar jaar eerder de aanzet had gegeven. De tandarts van De Riethorst beëindigde zijn werkzaamheden en het lukte maar niet om een opvolger te vinden. Had De Bruijn misschien interesse? ‘In mijn eigen praktijk had ik natuurlijk ook wel wat oudere patiënten’, zegt hij, ‘maar ik kan verder echt niet zeggen dat ik speciale affiniteit met die doelgroep had. Ik kende de wereld van de verpleeghuiszorg ook niet heel goed, ik kwam er alleen omdat mijn schoonvader en schoonmoeder er woonden. Ik denk dus dat ik moet zeggen dat het vooral uit sociale overwegingen was dat ik ja zei tegen die vraag of ik de mondzorg in dat woonzorgcentrum voor mijn rekening wilde nemen.’
Voorspelbaar werken

Corné de Bruijn
De Bruijn had wel een voorwaarde: hij wilde niet alleen naar De Riethorst komen om bewoners te helpen