Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Besmettelijke ziekten met orale verschijnselen

Van een groot aantal infectieziekten is bekend dat ze in de setting van de mondzorgpraktijken besmettelijk kunnen zijn. Behalve de ‘huis-tuin-en-keuken’ ziekten zoals verkoudheden en griepachtige varianten, gaat het in een aantal gevallen om buitengewoon besmettelijke of soms ook zeer ernstige infectieziekten. Zowel het team van mondzorgverleners als de patiënten kunnen een besmetting oplopen tijdens of aansluitend aan tandheelkundige behandelingen. Met de standaardmaatregelen voor infectiepreventie in mondzorgpraktijken is het besmettingsrisico rondom de behandelingen tot een aanvaardbaar niveau terug te dringen en hoeven slechts in een beperkt aantal gevallen extra beschermingsmaatregelen genomen te worden om besmettingen tegen te gaan. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste infectieziekten besproken die tijdens behandelingen in de mondzorgpraktijk een besmettingsgevaar opleveren.

1 Herpes simplex

Bij kinderen ontstaat meestal op zeer jonge leeftijd de eerste infectie met het herpessimplexvirus. Pasgeborenen kunnen na besmetting met het herpessimplexvirus ernstig ziek worden en zelfs hersenvliesontsteking ontwikkelen!

Bij kleuters wordt een herpessimplexinfectie niet altijd herkend, vanwege het meestal matig ernstige verloop. De verschijnselen worden nogal eens verward met die van doorbrekende melktandjes. Bij slechts enkele kinderen ontstaat een zeer ernstige ontsteking van het hele mondslijmvlies, waardoor eten en drinken praktisch onmogelijk is. De kinderen hebben koorts, opgezette lymfeklieren in de hals en voelen zich ziek. Deze eerste infectie duurt ongeveer tien dagen. Daarna blijft het virus latent in het lichaam aanwezig en steekt bij een verminderde weerstand de kop op in de vorm van koortsuitslag, meestal op de (boven)lip. De verschijnselen daarvan beginnen met een brandend gevoel, waarna kleine blaasjes worden gevormd (fig. 1). Dit stadium van de koortsuitslag is bijzonder besmettelijk! De besmettelijkheid duurt ongeveer een week en is pas voorbij als de gevormde korst geheel is ingedroogd (fig. 2). Eventueel kan een antivirale zalf worden gebruikt ter verlichting van de klachten. Bijna alle mensen hebben antistoffen tegen het herpessimplexvirus.

 

 

Indien een lid van het mondzorgteam koortsuitslag heeft in de besmettelijke fase, kan volstaan worden met de normale hygiënemaatregelen als mondneusmasker en goede handhygiëne. Voor de behandeling van patiënten met een verminderde afweer geldt dan wel als aanvulling dat de behandelaar met een koortslip eerst handdesinfectie toepast, voordat deze kwetsbare patiënt een hand wordt gegeven. Extra bescherming bij een koortslip van een behandelaar kan nog verkregen worden door het gebruik van kleine second skin pleisters (Compeed pleisters) die vanaf het begin van de blaasvorming de huid kunnen bedekken (fig. 3).

Indien een patiënt in de besmettelijke fase van een koortslip behandeld wordt, zou ongewenste verspreiding van het herpesvirus via de aerosol een besmettingsrisico kunnen opleveren voor het team en volgende (zeer jonge) patiënten. Extra infectiepreventiemaatregelen zijn echter niet nodig, omdat is gebleken dat bij patiënten die regelmatig een koortslip hebben er ongeveer om de paar weken een sterk verhoogd aantal herpesvirussen in het speeksel aangetroffen kan worden, zonder dat er sprake is van koortsuitslag. Dit verschijnsel heet shedding en het besmettingsrisico is op dergelijke momenten minstens zo groot als bij zichtbare koortsuitslag. Om deze reden is er geen bezwaar om bij toepassing van de gewone maatregelen voor infectiepreventie een patiënt met een koortslip (in welke fase dan ook) te weren uit de behandelkamer. Iedereen kan zich immers ongemerkt met het zeer besmettelijke virus in een shedding fase bevinden. Daarom wordt in principe elke patiënt als een potentiële shedder behandeld en daarbij wordt ervan uitgegaan dat de voorgeschreven standaardmaatregelen voldoende bescherming bieden aan het team en de overige patiënten.

 

2 Kinderziekten met verschijnselen in de mond

Bof

Bof is een virusziekte die alleen bij de mens voorkomt. De periode tussen het moment van besmetting en de uitbraak van ziekteverschijnselen is twee à drie weken. Enkele dagen voordat de ziekteverschijnselen ontstaan, is het virus al in het speeksel aantoonbaar en bestaat er dus besmettingsgevaar. Het virus komt voor in de keelholte van besmette personen en wordt via speekseldruppeltjes overgedragen. De besmettelijkheid houdt aan tot vijf dagen na het begin van de ziekte. Het virus verspreidt zich via het bloed naar de speekselklieren en ook naar overige organen. Veel infecties verlopen zonder klinische verschijnselen (subklinisch). Wanneer zich wel symptomen voordoen, bestaan die uit matige koorts en dubbelzijdige zwelling van de speekselklieren, in het bijzonder van de oorspeekselklier (glandula parotidea). Dit is in de mond zichtbaar door roodheid van de uitvoergangen van deze speekselklieren. Bij jonge kinderen is de infectie onschuldig. Wanneer ook de andere speekselklieren ontstoken zijn, kan het pijnlijk zijn om de mond te openen. Er kan dan een trismus bestaan (beperkte mondopening). Bij volwassenen kunnen zich complicaties voordoen zoals ontsteking van de alvleesklier, hersen(vlies)ontsteking en zelfs onvruchtbaarheid. Om deze reden is deze ziekte opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma waardoor deze steeds minder voorkomt. Wanneer de ziekte toch wordt geconstateerd, is er een meldingsplicht van kracht.

Tabel Gegevens betreffende meldplicht volgens het RIVM.
groep A
Mogelijk wettelijke maatregelen: gedwongen opname tot isolatie of thuisisolatie, gedwongen onderzoek, gedwongen quarantaine (inclusief medisch toezicht), verbod op beroepsuitoefening.
Voorbeelden: MERS, SARS, polio, pokken
groep B1
Mogelijk wettelijke maatregelen: gedwongen opname tot isolatie of thuisisolatie, gedwongen onderzoek, verbod op beroepsuitoefening.
Voorbeelden: vogelgriep, tuberculose, difterie, rabiës, pest
groep B2
Mogelijk wettelijke maatregelen: verbod op beroepsuitoefening.
Voorbeelden: hepatitis A, B, C, mazelen, kinkhoest, voedselinfectie indien vastgesteld bij twee of meer personen met een onderlinge relatie wijzend op voedsel als bron
groep C
Dwingende maatregelen kunnen niet opgelegd worden. Maar melding en persoonsgegevens zijn nodig om de inzet van vrijwillige/te adviseren maatregelen rondom de patiënt of anderen in de gemeenschap mogelijk te maken.
Voorbeelden: bof, MRSA, malaria

Mazelen

Mazelen is zeldzaam geworden, doordat kinderen in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma hiertegen worden ingeënt. Toch duikt de ziekte steeds vaker weer op, waarschijnlijk door de grote immigrantenstroom die zich in ons land en de ons omringende landen voordoet. Als verschijnsel bij mazelen zijn zogeheten koplikvlekken op het slijmvlies van de wangen te zien, voordat de ziekte werkelijk uitbreekt. Het speeksel van mazelenpatiënten is erg infectieus vanaf het moment dat de eerste verschijnselen zich voordoen. Meestal voelen deze zich te ziek om naar de praktijk te komen en ze vormen dus doorgaans geen infectiebron binnen de mondzorg.

 

3 Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) met verschijnselen in de mond

Deze ziekten worden ook wel geslachtsziekten of venerische ziekten genoemd. De verschijnselen die zich bij soa in de mond voordoen zijn stuk voor stuk zéér besmettelijk! Bij verdachte zweervorming in de mond van een patiënt is het beslist noodzakelijk om een beschermbril en een mondneusmasker te dragen, zelfs bij een eenvoudige inspectie met alleen een mondspiegeltje.

 

Gonorroe

Gonorroe is een geslachtsziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Neisseria gonorrhoeae en komt het meest voor bij mensen in de leeftijd van 20 à 30 jaar. De bacterie wordt via seksueel contact overgedragen en veroorzaakt een infectie van de geslachtsdelen, waarbij pijn bij het urineren en een romige afscheiding uit penis of vagina voorkomen. Veel van de gonorroe-infecties bij vrouwen verlopen zonder verschijnselen, maar zijn daarom niet minder besmettelijk! Door orale seks kunnen de tonsillen ontstoken raken. Ze zijn dan rood en bedekt met een grijsgeel beslag. Bij deze ziekte worden heel vaak resistente bacteriestammen aangetroffen, wat de behandeling enorm kan vertragen.

 

Syfilis (lues)

De verwekker van syfilis (lues) komt alleen bij de mens voor. Het is de zéér pathogene spirocheet Treponema pallidum. Dit micro-organisme kan door volledig intacte huid en slijmvliezen het lichaam binnendringen. De besmetting ontstaat door direct contact. Buiten het lichaam overleeft de ziekteverwekker slechts enkele uren. Er zijn drie stadia te onderscheiden.
Stadium 1: primair affect. Dit is een ontsteking op de plaats waar de Treponema het lichaam is binnengedrongen. Binnen enkele weken na de infectie ontstaat een zweer die zéér besmettelijk is. Afhankelijk van de seksuele gewoonten kan deze zweer zich ook in de mond of op de lip voordoen. Later vormt zich een vlakke kratervormige plek. Tegelijkertijd raken de lymfeklieren gezwollen, zonder dat zich daarvan klachten voordoen. De plek ‘geneest’ binnen enkele weken, maar zes tot acht weken daarna kan zich het volgende stadium aandienen.
Stadium 2: vlekkerige huiduitslag op het hele lichaam en ook op de voetzolen en handpalmen, met koorts, malaise, haaruitval en soms met vochtige plekken die uiterst besmettelijk zijn (venerische wratten). Wanneer de patiënt in dit stadium niet wordt behandeld, blijft de patiënt besmettelijk en kan zich (soms pas na enige jaren) het volgende stadium aandienen.
Stadium 3: neurologische of psychiatrische klachten, vaak samen met ontstekingen van de bloedvaten. Op plaatsen in het lichaam waar zich nog Treponema pallidum bevindt, kan opnieuw een ontsteking ontstaan die naar buiten doorbreekt. Ook dit type zweer is dus buitengewoon besmettelijk! De behandeling bestaat uit het toedienen van antibiotica. Het is belangrijk dat de diagnose in een vroeg stadium wordt gesteld. Dan kunnen ook partners worden gewaarschuwd en zal deze ernstige ziekte zich minder goed kunnen verspreiden.

 

Aids

De naam aids (aquired immunodeficiency syndrome) geeft aan dat het gaat om een verworven stoornis in de afweer. Aids wordt veroorzaakt door het hiv (humaan immunodeficiëntievirus), dat in 1983 werd ontdekt. Een besmetting met het virus wordt doorgaans een hiv-besmetting genoemd, omdat het vervolgstadium, aids, door goede medicatie niet langer per definitie op de besmetting volgt. Algemeen wordt dan gesproken over hiv positief of kortweg seropositief. Het virus bevindt zich in alle lichaamsvloeistoffen, maar is alléén via bloed, sperma, vaginaal vocht en moedermelk overdraagbaar, omdat daarin de concentratie van het virus hoog genoeg is. Buiten het lichaam overleeft het virus slechts enkele minuten. (Het hiv is daarom veel minder besmettelijk dan bijvoorbeeld het hepatitis B-virus). De besmettelijkheid hangt af van de hoeveelheid overgedragen virus en van de fysieke toestand waarin de ontvanger verkeert. Daarbij kan men bijvoorbeeld denken aan een kwetsbaarheid door het bestaan van (micro)verwondingen. Tandenpoetsen bij gingivitis of parodontitis kan onder andere dit soort kleine verwondingen veroorzaken, waardoor orale seks gevaarlijk kan worden. Tijdens het doormaken van de infectie is er heel veel virus aanwezig in het lichaam. Wanneer de patiënt op de juiste wijze wordt behandeld neemt de hoeveelheid vrij virus in het lichaam sterk af. De viral load is dan meestal flink gedaald en de patiënt is daardoor beduidend minder besmettelijk.

Werkingsmechanisme van het hiv

Het virus infecteert zeer selectief bepaalde cellen van het afweersysteem, namelijk de helpercellen uit de groep T-lymfocyten. Dit type cel speelt een uiterst belangrijke rol bij de afweer en wordt wel beschouwd als de ‘dirigent van het immunologische orkest’. Het virus dringt de cel binnen en bij de vermenigvuldiging wordt het erfelijk materiaal van het virus omgezet en ingebouwd in het erfelijk materiaal van de lymfocyt. Door deze verandering is de afweerfunctie van de cel verminderd. Intussen wordt in de geïnfecteerde cel ook volop nieuw virus geproduceerd. Het nieuw aangemaakte virus infecteert de andere helpercellen en op die manier wordt de cellulaire afweer van de geïnfecteerde persoon sterk aangetast.

Het ziekteverloop bij een hiv-besmetting volgt de volgende vier verschillende stadia:

Stadium I: is de acute infectie. In dit stadium is de hoeveelheid virus in het lichaam erg groot. De patiënt heeft meestal alleen wat griepachtige verschijnselen. De patiënt maakt in de periode van vier tot acht weken na de infectie doorgaans wel antistoffen aan, maar die kunnen het virus niet de baas worden. Er blijft dus altijd virus in het bloed circuleren.
Stadium II: na de eerste infectie blijft het virus dus in het lichaam zonder dat de patiënt daarvan hinder ondervindt. De patiënten zijn dan seropositief. Dit blijft zo gedurende de hele incubatietijd, die bij een niet-behandelde infectie nog jaren kan duren.
Stadium III: in deze fase heeft de patiënt overal verspreid in het lichaam pijnloze lymfeklierzwellingen. Dit stadium houdt langer dan drie maanden aan.

Stadium IV. in deze fase is aids een feit. Naast enkele positieve bloedtests kunnen zich flink wat verschijnselen voordoen.

Algemene verschijnselen van aids:

  • gezwollen lymfeklieren
  • gewichtsverlies
  • koorts (aanhoudend of met tussenpozen)
  • diarree
  • nachtzweten
  • extreme vermoeidheid
  • opportunistische infecties
  • tumoren

Specifieke verschijnselen van aids in de mond:

  • kaposisarcoom dat zich als eerst waarneembare symptoom kan voordoen. Dit is een onregelmatig gevormde, blauwe of bruinachtige tumor. Een kaposisarcoom komt regelmatig in de mond voor. De tandarts(assistent) is dus soms als eerste in staat om aids te constateren.
  • opportunistische infecties in de mond. Daarbij is meestal de schimmel Candida albicans betrokken. De infecties veroorzaken veel ongemak door kloven in de mondhoeken en een brandend gevoel in de slijmvliezen. De patiënt heeft zeer frequent last van koortslippen.
  • ernstige tandvleesaandoeningen zijn niet zeldzaam (anup: acute necrotiserende ulcererende parodontitis), evenals verschillende infecties van het mondslijmvlies.
  • hairy leukoplakie’ is een witte, niet-afschraapbare verkleuring van het slijmvlies, met een enigszins ruw, ‘harig’ voorkomen.

Behandeling van hiv

Als meest doeltreffende behandeling geldt nog steeds preventie! Het gebruik van antivirale middelen door besmette personen heeft wel invloed op de hoeveelheid circulerend virus, zodat de ‘viral load’ sterk kan afnemen. De meeste antivirale middelen hebben echter flink wat bijwerkingen. In de mond komt bijvoorbeeld vaak blaarvorming voor, en daarnaast ontstaan een droge mond, smaakstoornissen en ontstekingen van het mondslijmvlies. Algemene bijwerkingen zijn misselijkheid, diarree en leverfunctiestoornissen. Verder is het nodig de klachten van de patiënten te verlichten door de opportunistische infecties te bestrijden, bijvoorbeeld door het voorschrijven van een antischimmelpreparaat bij een uitbraak van een opportunistische infectie met Candida albicans in de mond. Gelukkig is het seropositieve stadium van deze infectieziekte door voortgang in de ontwikkeling van medicijnen tegenwoordig in een vrij stabiele fase te houden. Hierdoor is seropositiviteit in feite een chronisch ziekte geworden in plaats van, zoals aanvankelijk gold, een ziekte met bijna altijd dodelijke afloop.

Bron en beeld: Infectiepreventie van A tot Z voor de mondzorgpraktijk


Tip | Bij- en nascholing

Mond- en kaakziekten bij kinderen en jongvolwassenen

Web-tv Mondziekten: verwijzen naar de MKA-chirurg?

 

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.