Bij nader onderzoek constateerde ik bij Richelle een Angle klasse II/1 subdivisie-afwijking met 3 mm overjet en 6 mm open beet. Parafuncties, zoals zuigen op duim, vingers, speen of doekjes, zijn niet bekend. De grootte van de tong is normaal, er bevinden zich geen afdrukken van de elementen in de tongrand en tijdens slikken wordt de tong in de open beet geplaatst. Rechts is sprake van 1 premolaarbreedte disto-occlusie, terwijl de occlusie links neutro is. De mediaanlijn in de bovenkaak wijkt 4 mm naar links ten opzichte van de mediaanlijn in de onderkaak. Occlusie vindt alleen plaats op de eerste blijvende molaren. Er is sprake van crowding in onder- en bovenfront, de ruimte voor de 23 is beperkt en de 22 staat in labiopositie. De incisale lijn van onder- en bovenfront verloopt verticaal scheef. De curve van Spee in de onderkaak is vlak, in de bovenkaak is deze omgekeerd. De tweede wisselfase is begonnen en er moeten nog 10 elementen wisselen. Skeletaal bestaat een neutrorelatie van de onder- en bovenkaak ten opzichte van elkaar met een uitgesproken verticaal groeipatroon. Binnen het convexe profiel is de kin retrognaat, de liptrap vergroot en de bovenlip licht in protrusie. De zichtbaarheid van het bovenfront is in rust en bij lachen beperkt. Richelle is nog niet begonnen
Klasse II/1 subdivisie met een asymmetrische open beet
Richelle, 9 jaar, komt op verwijzing van haar tandarts met haar moeder in de praktijk omdat zij de tanden scheef heeft staan. Zij heeft een grote asymmetrische open beet met een ontspannen lipsluiting. Zij is niet tevreden met de esthetiek en ondervindt hinder bij bijten en kauwen. Haar ouders en zij willen graag een mooi regelmatig gebit waarmee goed kan worden afgebeten en gekauwd.
Premium
Dit artikel is verschenen in TandartsPraktijk nr. 2, 2017.