In het ‘nieuwe normaal’ gaan de dingen anders dan in het ‘oude normaal’.
Premium
In onze mondzorgpraktijken organiseren we ons werk intussen al anders. We voorkomen volle wachtkamers, zorgen voor gedesinfecteerde handen van behandelaar én patiënt, en proberen via strenge triage met mogelijke coronapatiënten tot andere afspraken te komen.
Voor onze beroepsgroep heeft de mondzorgkoepel, bestaande uit KNMT, ANT, NVM en ONT, afgelopen periode veel goeds gedaan. In hun continu geactualiseerde leidraad beschreven zij steeds ‘het nieuwe normaal’ waaraan ons behandelen en praktijkvoeren in dit coronatijdperk moest voldoen. En ja, het is winst dat KNMT en ANT nu voornemens zijn samen per 1 januari 2021 als KNMT voort te gaan.
Maar waarom houden we het toch zo beperkt? Waarom breiden we deze mondzorgkoepel niet uit met de NVM en de ONT? Dan zetten we de mondzorg in de breedste zin van het woord goed op de kaart en hebben we een vereniging die met alle betrokken mondzorgprofessionals het nieuwe normaal invult. Het nieuwe normaal voor ons, als behandelaars, maar ook voor de overheid in Den Haag! Deze crisis is voor onze beroepsgroep dé kans om te vernieuwen en om de idealen van iedereen die zich bezighoudt met een gezonde mond in een gezond lichaam te verwezenlijken.
Dat laatste moet dan ook een speerpunt zijn van de nieuwe organisatie: preventie. Met alleen KNMT en ANT missen we die pijler. In het nieuwe normaal moet juist preventie de norm worden. Niet alleen in de strijd tegen (nu) corona, maar ook tegen allerlei andere lichamelijke aandoeningen. Het belang van een gezonde,
Dit artikel is verschenen in TandartsPraktijk nr. 7, 2020.