Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Slijpen van instrumenten

Theo H. Breedveld
Milou Breedveld
Voor gebitsreiniging zijn scalers en curettes nog steeds erg belangrijk. Deze instrumenten werken alleen goed als ze flink scherp zijn. Tandartsen en mondhygiënisten leren in hun opleiding hoe ze deze instrumenten kunnen slijpen. Theo en Milou Breedveld geven een opfriscursus.
Je kunt natuurlijk van die mooie goudkleurige instrumenten kopen. Volgens de fabrikant blijven die heel lang scherp, wel 15000 halen ofwel 25 patiënten voordat ze bot worden en vervangen moeten worden. In een rekenvoorbeeld stellen ze dat het slijpen van instrumenten ongeveer € 5000 per jaar aan salaris kost, terwijl je voor dat geld een heleboel instrumenten van ongeveer € 65 per stuk kan kopen. Dus niet slijpen maar nieuw kopen.
Het is een feit dat deze instrumenten langer scherp zijn dan standaardinstrumenten. Ik vind het prettig om met goed scherpe instrumenten te werken. Mijn ervaring is dat deze goudkleurige instrumenten hoogstens vijfmaal gebruikt kunnen worden voordat ze toch al wat botter worden en niet meer effectief genoeg zijn. Dat zou dus betekenen dat ik twintigmaal dat instrument ineffectief gebruik voordat ik hem weggooi.
Er zijn bedrijven die het slijpen voor je kunnen doen. Gemiddeld kost dat € 3 per instrument, maar er zijn wel voorrijkosten en er moeten minimaal vijftig instrumenten klaarliggen om geslepen te worden. Als dat lastig is kan je de instrumenten ook in de vakantie opsturen, zodat ze in de tijd dat de praktijk toch gesloten is, geslepen kunnen worden. Ook dan moeten er minimaal vijftig instrumenten ingeleverd worden.
Als je niet te veel instrumenten in huis wilt hebben en toch zeker wilt weten dat je met scherpe instrumenten werkt, is het handiger om je instrumenten zelf op scherpte te testen en te slijpen. Of om het aan je assistent te leren, aangezien het bij de assistentenopleidingen niet in het curriculum zit.
Om je instrumenten te slijpen, is het van belang te weten welk instrument je in handen hebt en welk deel geslepen moet worden. In dit artikel deel ik de instrumenten op in drie types: scalers, universele curettes en Gracey ofwel plaatsgebonden curettes. Dit is het verschil: op doorsnedes zijn curettes halvemaanvormig en scalers driehoekig.
Veel tandartsen weten eigenlijk niet meer goed hoe ze hun instrumenten scherp moeten houden

De instrumenten zijn op te delen in een handvat, een schacht die eventueel bochten heeft (maar waarbij het laatste deel van de schacht van belang is) en een werkzaam deel waarbij het gaat om de punt tot drie millimeter daarachter (afbeelding 1).

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig1_HTML.jpg
Afb. 1 Werkblad (1), laatste (2a) en eerste deel (2b) van de schacht.

Bij de scaler en de universele curette staat het binnenvlak van het werkzame deel in een hoek van 90 graden op de schacht en zijn er twee snijranden die geslepen kunnen worden (afbeelding 2). Bij de Gracey curette maakt het binnenvlak van het werkzame deel een hoek van 70 graden (afbeelding 3a en 3b). Alleen de lage snijrand en de tip kunnen geslepen worden. Om te bepalen welke snijrand de lage snijrand is en om te zorgen dat het te slijpen werkzame deel tijdens het slijpen goed gepositioneerd is, zijn er heel handige magnetische staafjes te verkrijgen (afbeelding 9). Het kan handig zijn om een bankschroef te gebruiken om de instrumenten te fixeren (afbeelding 8).

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig2_HTML.jpg
Afb. 2 Werkblad en doorsnede scaler: a is binnenvlak, b is buitenvlak, c is snijrand.

 

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig3_HTML.jpg
Afb. 3a Werkblad en doorsnede Gracey curette (één snijrand c).

 

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig4_HTML.jpg
Afb. 3b Werkblad en doorsnede universele curette (twee snijranden c).

 

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig5_HTML.jpg
Afb. 9 Magneetje.
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig6_HTML.jpg
Afb. 8 Bankschroef.

Verder zijn nodig een perspex teststaafje dat glad en niet beschadigd is (afbeelding 14), een platte slijpsteen (afbeelding 11), slijpolie en goed licht.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig7_HTML.jpg
Afb. 14 Het verschil tussen een beschadigde en nieuwe teststaaf.
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig8_HTML.jpg
Afb. 11 Slijpsteen.

Als je eventueel door middel van het magneetje weet welke snijrand getest moet worden op scherpte, kun je het werkzame deel van het instrument met heel lichte druk, met de schacht evenwijdig aan het staafje, tegen het staafje aanhouden en trekken (afbeelding 12). Bij een scherp instrument haakt de snijrand in het gladde perspex. Je kunt het staafje langs de hele snijrand rollen om te voelen of die overal scherp is. Bij een bot instrument haakt de snijrand niet in het perspex, maar glijdt het erlangs.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig9_HTML.jpg
Afb. 12 Testfase.

Slijpen kost hoogstens een paar minuten en je hoeft nooit meer te werken met botte instrumenten

Als je genoeg kracht zet, zul je ook met botte instrumenten in het staafje kunnen haken. Als je te veel kracht zet, raakt het staafje beschadigd. Als dat is gebeurd, is het niet meer glad en weet je niet meer of het instrument scherp of bot is en kun je het staafje weggooien (afbeelding 13).

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig10_HTML.jpg
Afb. 13 Kapotte teststaaf.

Als een instrument bot is, moet het geslepen worden. Naast platte rechte slijpstenen, zijn er apparaten met draaiende of oscillerende steentjes waar je het instrument tegenaan moet houden. In dit artikel maak ik gebruik van een platte rechte steen. De steen moet aan de kopse kanten vastgehouden worden en bij het slijpen moeten lange halen gemaakt worden, waarbij de hele steen gebruikt wordt en er geen deuken in de steen komen.

Het te slijpen instrument moet met het binnenvlak horizontaal gefixeerd worden met de punt naar de operateur toe. Het magnetische staafje kan hiervoor gebruikt worden. De bankschroef kan hierbij ook goed gebruikt worden. Hoewel het wat langer duurt om het instrument hierin goed te positioneren, is hij dan wel stevig gefixeerd (afbeelding 6 en 7).

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig11_HTML.jpg
Afb. 7 Fixeren instrument met bankschroef – puntje naar je toe en binnenvlak horizontaal.

 

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig12_HTML.jpg
Afb. 7 Fixeren instrument met bankschroef – puntje naar je toe en binnenvlak horizontaal.

De slijpsteen moet in een hoek van 110 graden met het binnenvlak bewegen. Als de hoek kleiner dan 90 graden wordt, maak je het instrument botter. Als de hoek groter dan 110 graden wordt, raak je de snijrand niet (afbeelding 4 en 10). Vervolgens moet je de slijpsteen met lange rustige bewegingen van boven naar beneden halen, van 3mm vanaf de punt tot aan de punt. Bij scalers blijft het daarbij. Bij curettes moet de punt rond blijven en moet je deze dus ook meeslijpen (afbeelding 5).

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig13_HTML.jpg
Afb. 4 Slijpsteen tegen het buitenvlak met een hoek van 110 graden.

 

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig14_HTML.jpg
Afb. 10 Slijpen met hoek van 110 graden.
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig15_HTML.jpg
Afb. 5 Afronden van de punt van de curette.

Voor het slijpen moet er wat olie op de steen worden aangebracht. De olie zorgt ervoor dat het slijpsel niet in de steen trekt en voert de wrijvingswarmte wat af. Als het instrument goed geslepen wordt, zie je bij de haal wat zwart slijpsel op het instrument komen.

Na het slijpen kan je het instrument opnieuw testen. De scherpe instrumenten moeten met alcohol gereinigd worden zodat ze weer gebruikt kunnen worden.

Wanneer een instrument goed geslepen wordt, kan het veel vaker gebruikt worden dan 25 keer en weet je zeker dat je goed scherpe instrumenten gebruikt. Als het instrument te dun wordt, kan je met een gerust hart een nieuwe kopen (afbeelding 15).

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig16_HTML.jpg
Afb. 15 Een verslepen instrument.

Als in de praktijkprotocollen wordt opgenomen dat een instrument na gebruik wordt gereinigd en gedesinfecteerd, dan kan het na desinfectie getest worden en als dat nodig is, worden geslepen.

Een assistent zou dit routinematig kunnen doen. Het kost hoogstens een paar minuten en je hoef nooit meer te werken met botte instrumenten.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12496-024-0554-9/MediaObjects/12496_2024_554_Fig17_HTML.jpg
Theo H. Breedveld (UvA 1982) is tandarts in Tiel en redacteur van TP, Milou Breedveld is ecoloog
Dit artikel is verschenen in TandartsPraktijk nr. 5, 2024.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.