De patiënte meldde zich in juli 2024 met acute pijnklachten en een wiebelende kroon. Hoewel de tandarts aanvankelijk een spoedafspraak plande, werd die kort voor tijd geannuleerd omdat het juiste instrumentarium ontbrak. Het college benadrukt dat het ontbreken van materiaal op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Wel rekent het de tandarts aan dat zij na het afzeggen van de afspraak niet meer bij de patiënte heeft nagevraagd of een nieuwe afspraak nodig was, terwijl sprake was van een acute situatie. Daarnaast speelde het functioneren van de balie een grote rol. Zo raakte het implantatenpaspoort zoek en werd een nota naar de tweelingzus van de patiënte gestuurd. Het tuchtcollege oordeelt dat de tandarts als praktijkhouder onvoldoende verantwoordelijkheid nam voor de organisatie en het toezicht op haar medewerkers. De klacht is in beide onderdelen gegrond verklaard. Het college achtte een waarschuwing passend. Daarbij woog mee dat de tandarts tijdens de procedure heeft erkend dat zij beter had moeten communiceren en handelen, maar ook dat de patiënte door de gang van zaken langer klachten hield dan nodig. Lees hier de uitspraak.