In de uitspraak heeft de rechter de NZa verboden om tarieven vast te stellen waarin de normatieve arbeidscomponent (NAC) wordt gemaximeerd op een werkweek van 36 uur en 46 werkweken per jaar. Dit is bij de vaststelling van de tarieven voor de mondzorg echter toch gebeurd. “We willen dat de NZa de publicatie van de tarieven voor 2026 terugtrekt”, aldus de KNMT, “zodat recht kan worden gedaan aan de uitspraak van de rechter.” De LVVP daagde de NZa voor de rechter omdat zij in het kostprijsonderzoek een rekenmethode toepast die onredelijk, onbillijk en onzorgvuldig is. Volgens de LVVP zijn daardoor de tarieven voor vrijgevestigde praktijken in de ggz vanaf 2026 naar schatting 7% te laag. Behalve de LVVP- en KNMT-leden worden ook psychiaters (NVvP) en verloskundigen (KNOV) met dezelfde NZa-rekenmethode geconfronteerd.